Er waren eens twee aardappelen.
Zegt de ene aardappel tegen de andere:
'Waarom kijk jij zo verdrietig?'
Waarop de andere antwoordt:
'Omdat mijn papa in de puree zit!'
Er waren eens twee aardappelen.
Zegt de ene aardappel tegen de andere:
'Waarom kijk jij zo verdrietig?'
Waarop de andere antwoordt:
'Omdat mijn papa in de puree zit!'